Het verbeteren van het effect van immuuntherapie door radiotherapie voor patiënten met weke delen sarcomen
De patiënt
Sarcomen zijn kwaadaardige tumoren uitgaande van bot, bind- of steunweefsel. Er zijn meer dan 70 verschillende typen sarcomen. Het zijn zeer zeldzame tumoren, waarbij een deel van de patiënten al bij diagnose niet meer te genezen is en uiteindelijk ongeveer de helft van de patiënten te maken krijgt met uitzaaiingen en daardoor helaas een korte levensverwachting. Dat moet verbeteren!
Waarom gaan we dit doen
Weke delen sarcomen worden vaak behandeld met bestraling (radiotherapie) voorafgaand aan een operatie met als doel om patiënten te genezen van hun ziekte. Deze behandeling richt zich alleen op het gebied waar de tumor zit. Dat lijkt niet genoeg want 5 jaar na diagnose leeft helaas nog slechts de helft van de patiënten. Patiënten overlijden doorgaans ten gevolge van sarcoomuitzaaiingen in het hele lichaam en niet door lokale terugkeer van het sarcoom. Een behandeling die niet alleen lokaal de tumor aanpakt, maar ook onzichtbare kankercellen in het hele lichaam lijkt daarom een logische vervolgstap. Studies naar het nut van chemotherapie in deze setting laten zien dat chemotherapie onvoldoende werkt. Wij vragen ons af of immuuntherapie een effectieve aanvulling zou kunnen zijn op de behandeling van sarcoompatiënten. Bij immuuntherapie wordt het eigen afweersysteem geprikkeld om kanker te bestrijden. Sommige kankers zijn daar uit zichzelf erg gevoelig voor. De meeste sarcomen zijn niet spontaan gevoelig voor immuuntherapie.
Onze hypothese
Radiotherapie kan ervoor zorgen dat er cellen stuk gaan en genetische veranderingen ontstaan in de tumor en zijn DNA. Het tumor-DNA bestaat uit genen, die samen de 'programmeercode’ van de tumor vormen. Deze veranderingen zijn gunstige prikkels voor immuuntherapie. Onze hypothese is dan ook dat bestraling de effecten van aanvullende immuuntherapie zou kunnen versterken.
Wat gaan we doen
We onderzoeken de genetische veranderingen na radiotherapie met de zogenaamde 'TSO500 next generation sequencing’ methode. Met deze methode kunnen we in ongeveer 500 therapeutisch relevante genen afwijkingen (mutaties genoemd) opsporen. Ook kunnen we aantonen hoeveel mutaties er voorkomen in de tumor. Dit aantal zegt iets over de kans die patiënten hebben om te reageren op immuuntherapie. Hoe groter het aantal mutaties, des te groter de kans dat een patiënt reageert op een vorm van immuuntherapie. Door te kijken naar weefsel van zowel voor als na de bestraling kunnen we kijken welke veranderingen er door de radiotherapie optreden die de kans op een goede reactie op immuuntherapie verder vergroten. Dit geeft ons een goed inzicht in de timing van immuuntherapie (voor-, tijdens of juist na bestraling). Door bij verschillende soorten weke delen sarcomen te kijken, kunnen we meer zeggen over welke soorten een grotere kans hebben op een goede reactie op immuuntherapie en bestraling.
Verder willen wij ook kijken naar de veranderingen van afweercellen door bestraling. Het immuunsysteem is heel complex en heeft veel verschillende onderdelen die elkaar in balans houden. Het effect van radiotherapie op afweercellen in en direct rond weke delen sarcomen is onbekend en wel heel belangrijk als je juist deze cellen wilt gaan stimuleren. Deze afweercellen kunnen we bestuderen met de zogenaamde multiplex immuunhistochemie techniek. Daarbij geef je verschillende soorten afweercellen een eigen lichtgevende kleur en kun je kijken hoe ze zich verspreid hebben in een tumor voor en na bestraling (zie voorbeeld). Dit helpt ons om te bepalen wanneer immuuntherapie zinvol ingezet kan worden in combinatie met bestraling en voor welke typen sarcomen.
Bij de behandeling van patiënten met een kwaadaardige vorm van huidkanker (melanoom) is het inmiddels zo dat sommige patiënten na een operatie preventief kunnen worden behandeld met immuuntherapie, om de kans op terugkeer van de ziekte te verkleinen. Door dit onderzoek hopen wij in de toekomst behandeling met immuuntherapie ook mogelijk te maken voor weke delen sarcomen rondom een operatie en bestraling. Dit willen wij doen om de kans op terugkeer van de ziekte zo klein mogelijk te maken.
Met dit onderzoek hopen we patiënten een beter perspectief te geven. We vinden het namelijk onacceptabel dat er zo weinig middelen beschikbaar zijn voor deze zeldzame vorm van kanker. Ook vinden wij het tragisch dat bij een intensieve in opzet genezende behandeling, de ziekte uiteindelijk bij de helft van de patiënten terugkomt. Patiënten met een zeldzame aandoening verdienen het ook dat er geïnvesteerd wordt in onderzoek naar en verbetering van de beschikbare behandelingen. Zeldzaam maakt namelijk zeker niet minder urgent.