Zeldzame hersentumor: Vestibulair Schwannoom
De patiënt
Een vestibulair schwannoom (VS) is een hersentumor die uitgaat van de zenuwschede (Schwann cellen) die om de gehoorzenuw ligt ter hoogte van de hersenstam. Deze tumor kan klachten geven als doofheid, balansproblemen en oorsuizen. Indien de tumor zeer groot wordt kan het de hersenstam verdrukken, waardoor de patiënt kan overlijden. Tumor groei of een grote omvang dient daarom behandeld te worden. Dit kan bestaan uit bestraling en/of een operatie. Deze behandelingen zijn risicovol omdat een VS omgeven wordt door een complex netwerk van zenuwen en bloedvaten. Complicaties van de behandeling komen gelukkig niet vaak voor maar kunnen blijvend invaliderend voor patiënten zijn. Patiënten kunnen bijvoorbeeld doof worden, ernstige balansproblemen ontwikkelen, een verlamming van het aangezicht krijgen of in het ergste geval overlijden.
Waarom gaan we dit doen
Momenteel zijn er weinig klinisch relevante modellen die voorspellend kunnen zijn voor de groei en behandelingsuitkomst van VS. Deze modellen zijn belangrijk voor het ontwikkelen van nieuwe aangrijpingspunten van VS om (her)operaties en bestraling te verminderen.
Onze Hypothese
Een klinisch relevant laboratorium model voor vestibulair schwannoom zal bijdragen aan de identificatie van nieuwe factoren die een rol spelen in het ontstaan van VS met als doel het ontwikkelen van nieuwe behandelingen die de overleving en kwaliteit van leven van VS patiënten zal verbeteren.
Wat gaan we doen
Het onderzoek beoogt de ontwikkeling van een laboratorium model waarbij een deel van het weefsel van VS dat standaard bij de chirurgie wordt afgenomen in het laboratorium wordt gekweekt in zogenaamde organoiden. Dit model kan gebruikt worden om de effecten van experimentele behandelingen op tumorgroei te testen. Mogelijk kan hiermee in de toekomst ook een gepersonaliseerde behandeling in het laboratorium worden getest, voordat de patiënt ermee wordt behandeld. De patiënt zal niets van dit onderzoek merken omdat weefsel wordt gebruikt dat toch al bij de operatie wordt afgenomen. Er hoeven dus buiten de reguliere zorg geen "extra” handelingen voor dit onderzoek gedaan te worden.
Foto organoïde: