Het ontrafelen van de cellulaire veranderingen in neuromyelitis optica spectrum disorder (NMOSD)

De ziekte

Neuromyelitis optica spectrum disorder (NMOSD) is een, in 2004 ontdekte, zeldzame auto-immuun ziekte die
elk jaar ongeveer één op de miljoen mensen treft in Nederland. NMOSD leidt tot acute ontstekingen en
myeline schade (laesies) in het centrale zenuwstelsel. Myeline is een dun isolerend vetlaagje om
zenuwuitlopers, vergelijkbaar met het plastic rond een stroomdraad. Myeline is essentieel voor de functie en
overleving van zenuwcellen. Beschadigingen en verlies van myeline leidt tot schade aan zenuwuitlopers en
uiteindelijk tot het verlies van zenuwcellen. In NMOSD ontstaan in zeer korte tijd (uren-dagen) myeline
beschadigingen, met name in de oogzenuwen, het ruggenmerg en soms ook in de hersenen. Dit kan leiden tot
(permanent) zicht verlies en verlamming. NMOSD presenteert zich meestal bij volwassenen in de leeftijd van
35-40 jaar, en komt bijna tien keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. NMOSD kan ook bij kinderen
optreden, naar schatting 3-5% van alle NMOSD-patiënten is jonger dan 18 jaar.

Hedendaagse behandelingen

NMOSD is een chronische ziekte en er vinden afwisselend fases van ziekteactiviteit en remissie plaats. Het is
niet mogelijk te voorspellen wanneer een NMOSD-aanval gaat plaatsvinden. Na een periode van ziekteactiviteit
vindt herstel van myeline niet of nauwelijks plaats. Er zijn geen medicijnen die de myeline schade kunnen
herstellen. Tijdens acute ziekteaanvallen worden medicijnen gebruikt die ontstekingsreacties remmen, zoals
glucocorticosteroïden, maar deze middelen hebben nauwelijks effect op myeline herstel na een aanval. Om
aanvallen te voorkomen worden momenteel medicijnen gebruikt die ontwikkeld zijn voor andere auto-
immuunziektes. Deze medicijnen onderdrukken de activiteit van het gehele afweersysteem, wat tot veel
bijwerkingen leidt, en waarvan de lange termijneffecten onbekend zijn. Om NMOSD gerichter te kunnen
behandelen, is het nodig te begrijpen wat de ziekte veroorzaakt, en dat is nog volledig onbekend.

Wat gaan we doen

Het doel van de voorgestelde experimenten is om precies in kaart te brengen wat er anders is in cellen van het
centrale zenuwstelsel van patiënten met NMOSD in vergelijking met gezonde mensen. Cellen zijn de
bouwstenen van het menselijk lichaam; ook ons centrale zenuwstelsel is opgebouwd uit verschillende cel typen
met hun eigen specifieke, essentiële functies. De aanvragers van dit NMOSD-project hebben nieuwe
technieken ontwikkeld waarmee cellen op individueel niveau gedetailleerd in kaart kunnen brengen. Op deze
manier kunnen ze onderzoeken welke cellen zijn aangedaan bij NMOSD en welke functies en eigenschappen
zijn verstoord.

Iedere cel bevat DNA, het erfelijke materiaal. Op het DNA bevinden zich genen, dit zijn stukken DNA die
informatie bevatten om specifieke eiwitten te kunnen maken. Welk gedeelte van het DNA door een cel
gebruikt wordt, of in andere woorden welke genen actief zijn, bepaalt welke eiwitten in een cel aanwezig zijn
en welke functies een cel heeft. In dit project zullen de onderzoekers bepalen of er verschillen zijn in gen
activiteit tussen hersencellen van NMOSD en gezonde hersencellen en welke eigenschappen en functies van
NMOSD-hersencellen zijn veranderd.

Verwachte uitkomst

Met dit onderzoek, dat in het UMCG (Afdeling van Biomedische Wetenschappen van Cellen en Systemen)
onder leiding van Prof. dr. Bart J.L. Eggen wordt uitgevoerd, kan er bepaald worden welke processen
verstoord zijn in zenuwweefsel van NMOSD-patiënten. Met deze kennis kunnen mogelijk nieuwe
aanknopingspunten voor behandelingen gevonden worden waarmee in een later stadium hopelijk medicijnen
ontwikkeld kunnen worden die specifiek gericht zijn tegen de auto-immuunreactie in NMOSD-patiënten. Deze
speciaal voor NMOSD-geschikte medicijnen zullen waarschijnlijk minder bijwerkingen hebben.

 

Bij NMOSD, wordt een speciaal soort hersencellen aangevallen door het eigen immuunsysteem: de astrocyten die in het centrale
zenuwstelsel rond de bloedvaten zitten. In dit plaatje van menselijk hersenweefsel zijn deze astrocyten groen gekleurd, en het bloedvat
waaromheen deze astrocyt zit is aangegeven met de witte pijl. In blauw is DNA aangekleurd, en in rood markeert een soort astrocyten die
niet om bloedvaten zit.

Het onderzoek heeft een looptijd van 2 jaar.