MLC

Op zoek naar therapie voor de onbehandelbare wittestofziekte MLC

MLC (Megalencephale Leukoencephalopathie met subcorticale cysten) behoort tot de zogenaamde wittestofziekten. De witte stof vormt de verbindingsbanen tussen verschillende hersengebieden onderling en tussen de hersenen en het lichaam. Wittestofziekten komen bij ongeveer 1 op de 7.500 kinderen voor en zijn vaak dodelijk. Bij MLC raakt de witte stof chronisch gezwollen. De oorzaak daarvan is een verandering in het DNA.

Afbeelding: Zwelling van de witte stof in MLC. Op een MRI scan is het afwijkende signaal en de zwelling van de witte stof duidelijk te zien. In een controle MRI scan (links) kleurt de witte stof donker.

Kinderen met MLC ontwikkelen in hun eerste levensjaar een sterk vergroot hoofd. Ze hebben een verstoorde motorische ontwikkeling, worden spastisch of onhandig en komen op tienerleeftijd vaak in een rolstoel terecht. De ziektekenmerken nemen in de loop van het leven toe. Meer dan de helft van de kinderen krijgt aanvallen van epilepsie. Meestal is er een lichte verstandelijke beperking.

Onze hersenen bestaan voor een belangrijk deel uit zouten en water. De precieze verdeling van deze ingrediënten is cruciaal voor elektrische hersenactiviteit, en daarmee voor al ons denken en doen. In MLC is deze verdeling verstoord. Patiënten hebben hierdoor teveel water in hun hersenen, en dan voornamelijk in de witte stof.

 In het Centrum voor Wittestofziekten van het Amsterdam UMC/VUmc wordt, onder leiding van Prof. dr. Marjo van der Knaap – wereldwijd erkend deskundige op het gebied van erfelijke wittestofziekten – met een multidisciplinair team onderzoek gedaan naar de cellulaire basis van deze ziekten.

De onderzoeksgroep heeft eerder ontdekt dat mutaties in twee genen MLC kunnen veroorzaken. Recessieve mutaties in de genen ’MLC1’ of ‘GLIALCAM’ veroorzaken ‘klassieke’ MLC in ongeveer 80% van de MLC-patiënten. Dominante mutaties in GLIALCAM komen voor in ongeveer 15% van de MLC- patiënten. Interessant is dat deze laatste groep patiënten in eerste instantie dezelfde problemen heeft als klassieke MLC-patiënten, maar dat het ziektebeeld vervolgens normaliseert. Dit gegeven biedt hoop voor therapie en geeft aan dat het ziekteverloop in de eerste levensjaren waarschijnlijk valt te stoppen of zelfs om te draaien. Recent zijn door de onderzoeksgroep mutaties in een nieuw gen geïdentificeerd bij MLC-patiënten zonder mutaties in MLC1 of GLIALCAM.

Het eiwit waar dit gen voor ‘codeert’ vormt mogelijk een nieuw aangrijpingspunt voor therapie. Het doel van dit onderzoeksproject is te ontrafelen op welke wijze mutaties in het recent geïdentificeerde gen MLC veroorzaken. Vervolgens wil de onderzoeksgroep testen of er met deze nieuwe kennis farmacologisch kan worden ingegrepen om zwelling van de witte stof tegen te gaan.

Het onderzoek is succesvol afgerond.